Interview met Ronald Bal, procesverbeteraar en aanjager duurzaamheid VELUX.
VELUX heeft een serieuze ambitie om in 2041, wanneer het bedrijf 100 jaar bestaat, levenslang CO2-neutraal te zijn”, zegt Ronald Bal, procesverbeteraar en aanjager van duurzaamheid en circulariteit binnen VELUX.
Op initiatief van Ronald Bal krijgt het thema duurzaamheid binnen VELUX steeds meer aandacht. Ondanks dat duurzaamheid hoog op de agenda staat, zie je om uiteenlopende redenen dat bij tal van bedrijven het moeilijk is de ambities in praktijk te brengen. “Wanneer je echter laat zien dat er wel degelijk perspectief is, dan ontstaat er ook enthousiasme. Belangrijk is wel dat het binnen de hele organisatie wordt opgepakt, ook door sales, marketing, en in de productie, want het betekent ook dat je anders moet inkopen. Je krijgt te maken met ISO NEN 14001, een internationaal geaccepteerde norm voor milieumanagement,” aldus Ronald Bal.
Circulaire innovaties
Inmiddels beschikt VELUX over 2 serieuze innovaties die moeten leiden tot circulair ondernemen. Aan de inputzijde beschikt VELUX over een dakraam van circulair houten frames, gemaakt dus van hergebruikte grondstoffen. Aan de ‘outputzijde’ is er een dienst gelanceerd om oude dakramen in te zamelen en als grondstof te verwerken. “Voor de terughaaldienst werken we samen met SUEZ, de PI in Alphen, VlakGlas Nederland, Okke Hout (BlueCity) en Amfors. Voor het circulaire reclaimed houten dakraam werken we met A. Van Liempd Sloopbedrijven, die het geoogste hout prepareren tot een nieuwe grondstof. Woningcorporatie Woonbedrijf Eindhoven wilde zelfs ongezien negentig dakramen afnemen voor haar sociale huurwoningen”, aldus Ronald Bal.
Interne acceptatie
“In de acceptatie van de kwaliteit zit de grootste drempel”, aldus Bal. Allereerst de interne acceptatie. Daarmee bedoel ik dat er vertrouwen moet zijn in de kwaliteit van secundaire grondstoffen. Er ontstaat al gauw een beeld dat gebruikt hout vol zit met spijkers, scheuren, schimmels. Daarna hebben we de externe acceptatie. Producten met secundaire grondstoffen zouden veel meer gezien moeten worden als producten met een extra “performance” namelijk minder milieudruk. Daarom is het belangrijk dat er een materiaal paspoort komt, waarin de kwaliteit van het secundaire materiaal en de herkomst wordt vastgelegd. Liefst voorzien van (kwaliteits)certificaten. Vervolgens kan dan ook de koppeling naar BIM worden gemaakt en op die manier duurzaamheid ook in de ontwerpfase meegenomen wordt in de afwegingen tijdens het ontwerpen van gebouwen en woningen.
Platform CB’23
Eveneens is Ronald Bal, samen met Mantijn van Leeuwen, algemeen directeur van NIBE en voorzitter van het actieteam Meten van circulariteit van Platform CB’23, al lange tijd bezig met het meetbaar en daarmee aantoonbaar maken van duurzaamheid en circulariteit in de gebouwde omgeving. Samen met Raab Karcher GreenWorks testten zij een door Platform CB’23 onafhankelijk ontwikkelde branchestandaard voor het meten van circulariteit.
Toekomst
Over de toekomst van digitalisering zegt Ronald Bal: Materiaalpaspoorten worden cruciaal om secundaire grondstoffen beter geaccepteerd te krijgen. Materiaalpaspoorten moeten voorzien in transparante informatie over herkomst, kwaliteit en duurzaamheidsperformance. Daarnaast is er behoefte om overzicht te houden waar materialen tijdelijk verblijven in gebouwen en woningen, om het mogelijke te maken de materialen terug te halen als grondstof voor nieuwe producten. Vrijwel alle bedrijven zijn lineair gestructureerd: van inkoop tot verkoop. Die bestaande structuren vormen een barrière. Voor het organiseren van circulaire retourketens, zoals onze TakeBack dienst, maken we gebruik van een portal. Proven technology zou je zeggen, maar het helpt wel om een nieuwe manier van werken via netwerkorganisaties te faciliteren,” besluit Ronald Bal.
Comments are closed.