Als directeur van NVTB (Nederlandse Vereniging Toeleverende Bouwmaterialenindustrie), zit Niels Ruijter bovenop de onophoudelijke ontwikkelingen rondom circulariteit. Onmisbaar daarbij is de Nationale Milieudatabase, waarin veel meer informatie geborgd moet gaan worden, vindt hij. “Je moet de milieuprestatie van wieg tot graf weten, dus inclusief het gebruik. Alle facetten van de levensduur moeten worden meegenomen.”
De bouwketen raakt meer en meer doordrongen van de noodzaak van circulair, recyclebaar en losmaakbaar bouwen en produceren. Dat onderschrijft belangenvereniging NVTB. “Omdat materialen, zodra ze uit een gebouw komen, vaak weer terugkomen bij dezelfde leverancier, dwingen we onszelf als NVTB om breder te denken dan alleen het materiaalbelang. We kijken naar wat dat betekent voor de hele bouwketen”, legt Ruijter uit. “Op het gebied van circulariteit vinden wij dat het nodig is om in elk geval dezelfde taal te spreken. Die taal moeten we niet alleen gezamenlijk ontwikkelen, maar ook borgen.”
NVTB ziet de Transitieagenda van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie als route naar een circulaire bouweconomie. “Het Transitieteam zegt dat je in een circulaire bouweconomie moet kijken naar de milieubelasting die bouwwerken veroorzaken. Je moet de milieuprestatie van wieg tot graf weten, dus inclusief het gebruik. Alle facetten moeten worden mee genomen, vanaf de winning van de grondstof tot en met de recycling of afvalverwerking aan het einde van de levensduur.”
Op dit moment worden de milieueffecten en prestatiegegevens van veelal losse producten vastgelegd in een levenscyclusanalyse (LCA) en vervolgens als productkaart in de Nationale Milieudatabase (NMD) opgenomen. Een goede basis, maar daarmee is er nog geen inzicht in de integrale milieubelasting van een bouwwerk. Een gebrek, vindt Ruijter. “Dat is heel gek. Het is heel belangrijk om dat precies te kwantificeren. Dan kun je ook berekenen hoe je kunt verbeteren en hoe de milieubelasting omlaag kan. Als ontwerper, opdrachtgever of gebruiker van een bouwwerk wil je weten: wat zijn de knoppen waaraan ik kan draaien en welke consequenties heeft dat?”
Gemeenschappelijk belang
Desondanks is de NMD precies wat we nodig hebben, vindt Ruijter. Hij ziet het liefst dat de database goed gevuld wordt door alle betrokken ketenpartners. Heikel punt is echter dat het vullen van de database nog geen verplichting is én dat het aanmaken van een productkaart flinke kosten met zich meebrengt. Niet alle fabrikanten hebben daarom productkaarten opgesteld voor al hun producten. “Je moet LCA’s laten maken, dat zijn grote investeringen. Maar de bereidheid groeit. Die wordt groter naarmate de businesscase dichterbij komt – en daarmee ook de bereidheid om te investeren in schonere productie. Het gaat dus de goede kant op.”
NVTB heeft alle vertrouwen in de marktwerking. Zodra vergunninghouders specifieke gegevens nodig hebben van specifieke producten die ze willen gaan toepassen, dan wordt de fabrikant daar vanzelf naar gevraagd, is Ruijters overtuiging. “Dat zien fabrikanten zelf ook. Het is een strategische overweging van fabrikanten, waarbij ze ook kijken naar de concurrentie. Het is de rol van NVTB en bij ons aangesloten verenigingen om hen daar op een goede manier over te informeren.”
Fabrikanten hebben een bijzondere verantwoordelijkheid, omdat ze aan het begin van de keten zitten
“Wanneer een fabrikant of de toeleverancier van een fabrikant de gegevens voor een productkaart niet inventariseert en beschikbaar heeft, kun je die daarna nooit meer terugvinden. Dat is jammer. Die bijzondere verantwoordelijkheid zorgt ervoor dat het in beeld brengen van de milieubelasting steeds beter zal gaan. Juist omdat partijen zich in groten getale realiseren dat je het later nooit meer compleet krijgt. Dat belang is gemeenschappelijk.”
Door die gemeenschappelijkheid realiseert de markt zich ook dat eenduidigheid cruciaal is, verwacht Ruijter. “Stel dat de prestaties voor staal op een andere manier worden berekend dan die voor beton. Dan ontstaat er discussie of de vergelijking tussen de ontwerpen wel eerlijk is.” Het is dus zaak dat dezelfde uitgangspunten voor ontwerp en berekening worden gehanteerd. Daarin speelt de overheid een belangrijke rol, vindt Ruijter. “Het rijksbeleid moet eenduidig zijn en de gemeente moet toezicht houden en handhaven. Het is vooral een kwestie van dezelfde definities hanteren en consequent blijven gebruiken wanneer we praten over circulariteit. Want zodra je ook maar enigszins afwijkt, ontstaan er snel problemen.”
Op weg naar circulair
In de overgang van een lineair naar een circulair productieproces, zijn volgens NVTB nog slagen te maken. Ruijter constateert dat er op dit moment een beperkte markt voor gebruikte producten is die nog niet goed functioneert. “Het hergebruik van een kozijn bijvoorbeeld. We laten milieurendement liggen als we kozijnen versnipperen, de ruiten omsmelten voor nieuwe en er een nieuw kozijn van extraheren. Nee, laten we dat kozijn als kozijn hergebruiken, dan ben je milieukundig optimaler bezig. Fabrikanten weten als geen ander hoe ze iets op de juiste specificaties krijgen, zodat ze er ook garantie op kunnen verlenen. De NMD- bepalingsmethode geeft een beeld van het voordeel dat met een dergelijke maatregel kan worden behaald.”
“Laten we dat kozijn als kozijn hergebruiken, dan ben je milieukundig optimaler bezig”
Gelukkig worden er al stappen gemaakt. Sloopbedrijven en andere partijen werken samen om hergebruik na demontage verder te ontwikkelen. “In de slopersbranche vindt een grote revolutie plaats, waarbij men anders kijkt naar gebouwen. Niet alleen naar wat het meeste geld oplevert als alles er zo snel mogelijk uit wordt gehaald – nee, ook naar hoe er, met meer voorbereidingstijd, een hoger milieurendement kan worden gehaald als een bouwwerk wordt gedemonteerd. Het heeft voordeel om nog meer te kijken naar volledig herbruikbare producten.”
Maatregel versus doelstelling
Nog iets dat volgens Ruijter volledige circulariteit in de weg staat, is dat de focus zich op dit moment hoofdzakelijk beperkt tot de milieuaspecten van een product. Soms beperkt het zich nog verder: “Sommigen gaat het alleen om een gesloten kringloop. Dat bestrijdt NVTB. Het gaat niet alleen over gerecycled materiaal. De doelstelling is: een zo laag mogelijke milieubelasting. Er zijn veel verschillende maatregelen om die milieubelasting omlaag te krijgen. Wanneer een stalen balk bijvoorbeeld een tweede leven krijgt, moet uit de berekening in de NMD komen dat de milieubelasting lager is.” Deze ontwikkelingen gaan voorspoedig, vindt hij. “Er wordt flink gas gegeven. Ik signaleer wel dat bepaalde partijen met een deelbelang een deeloplossing of maatregel harder pushen of zelfs tot doel verheffen. We moeten natuurlijk wel de maatregelen de maatregelen laten zijn en de doelen de doelen. Beide zijn goed, maar je moet ze integraal blijven beschouwen.”
Kijkend naar de toekomst is Ruijter positief gestemd over de ontwikkelingen, met name die rond de NMD. “Er gaat al best veel goed. De bouwketen is erg betrokken bij de NMD. Het is van belang om daar elkaars handen vast te blijven houden en te blijven samenwerken.
De integriteit van de database en de bepalingsmethode moeten gewaarborgd zijn. Belangrijk is om ons door de hele keten heen te realiseren dat die integriteit een hoog goed is voor een circulaire toekomst van de bouwsector.”
De integriteit van de Nationale Milieudatabase moet gewaarborgd zijn
Comments are closed.