Van advies aan de voorkant tot een eindcontrole: de Wkb biedt veel kansen aan leveranciers om bouwbedrijven te helpen met aantoonbaar bouwen.
Advies aan de voorkant op basis van de qv;10-eis die er ligt, producten leveren, zelfs de uitvoering door eigen ploegen laten uitvoeren en dan ook nog de blowerdoortest laten uitvoeren door een erkend meetbureau: fabrikanten van materialen voor luchtdicht bouwen ontzorgen bouwbedrijven hiermee al sinds jaar en dag. Hiermee waarborgen zij de kwaliteit van de toepassing van hun eigen producten en lopen ze vooruit op de Wkb. En zo zijn er meer voorbeelden.
Zover hoeft niet iedere leverancier te gaan. Er zijn allerlei mogelijkheden om aannemers te helpen betere bouwkwaliteit te realiseren. En vooropgesteld: het is een keuze. Schot: “We zien leveranciers die duidelijk de vlucht naar voren doen. Anderen doen dat niet. Het is maar net hoe je in de markt wil zitten. Het is een afweging die leveranciers moeten maken: houd je de winkel open, of ga je je klant op een andere manier helpen, wetende dat de concurrentie wél die stappen zet? We kennen allemaal het verhaal van Kodak.”
Verwerkingsinstructies
De meest eenvoudige manier om bouwers te helpen, is om de producten en verwerkingsinstructies eens goed onder de loep te nemen. PlanGarant bijvoorbeeld heeft diverse leveranciers geholpen met het opstellen van checklists[1]. Insteek daarbij was: welke verwerkingsinstructies geven we eigenlijk mee als leverancier? Waar raken die het Bbl? En hoe kan de verwerker zichzelf controleren? Schot: “De Wkb dwingt om aan te tonen dat je het goed hebt gedaan als verwerker. Dan is het heel fijn om een lijstje te hebben waarmee je jezelf kunt toetsen.”
Opleverdossier
Ook een laagdrempelige en praktische tip: hulp bij de invulling van het opleverdossier dat de bouwer bij oplevering verstrekt aan de opdrachtgever. Bert Videler: “Denk aan garanties en gebruiks- en onderhoudsinstructies. Toeleveranciers kunnen deze meeleveren. Dat wordt voor bijvoorbeeld installaties vaak ook al gedaan. Dat valt door te trekken naar andere bouwdelen.”
Detailbeoordeling en instructie ter plaatse
Leveranciers kunnen bij een project ‘aan de voorkant’ meekijken of het product in zijn juiste toepassing wordt gebruikt. “Doe een detailbeoordeling”, zegt Videler. “Daarbij kan je dan ook direct verwerkingsvoorschriften en aandachtspunten meegeven aan de verwerkers.”
Dat kan richting werkvoorbereiding, maar ook richting uitvoering, vervolgt hij. “Kijk bijvoorbeeld bij een eerste keer fysiek mee op de bouw, geef voorbeelden en instructie. Bedenk: er zijn zó veel verschillende producten op de markt, die ook weer allerlei variaties hebben. Ze hebben elk zo hun specifieke verwerkingsvoorschriften en aandachtspunten. Dat moet je maar net weten als verwerker. Een stuk instructie is dus zeer behulpzaam.” Dat kan natuurlijk ook op moderne manieren. “Maak een instructiefilmpje en zet een QR-code op de verpakking, zodat mensen dat simpel en snel kunnen bekijken voordat ze aan de slag gaan.”
Vinger aan de pols
Een leverancier kan ook mee blijven kijken tijdens de verwerking. Om een vinger aan de pols te houden: gaat het nog steeds goed? “Op een groot project van 30 weken, waar misschien wel verschillende ploegen aan de slag gaan, is het goed om de geleverde kwaliteit af en toe te beoordelen en vast te leggen in een rapport”, zegt Videler. “Dan heb je direct bewijs geleverd voor het dossier dat de aannemer moet aanleggen voor de kwaliteitsborger.”
Bewijs leveren
Wat dit laatste betreft: hoe meer de leverancier in de uitvoeringfase betrokken is, hoe groter de kans dat hij ook op dat vlak een bijdrage zal gaan leveren. Om het bewijs te leveren dat het bouwwerk is uitgevoerd zoals vooraf afgesproken. Veel aannemers gaan voor registratie van de uitvoering over op digitale hulpmiddelen en gebruiken daarvoor software waarmee ze ter plaatse relevante punten kunnen fotograferen en voorzien van commentaar.
Volgens een inventarisatie eind 2020 in opdracht van Bouwend Nederland zijn er ruim 30 apps voor kwaliteitsborging op de markt[2]. Moet je als leverancier daarin meegaan, als er zo’n grote verscheidenheid is in software? Niet te doen, stelt Videler. “We maken dat met onderaannemers op proefprojecten ook mee. Zij moeten dan met tien verschillende softwareprogramma’s aan de gang. Ik adviseer: ontwikkel je eigen standaard. Dat kan simpel met foto’s en teksten in een pdf. En vertel de partijen waarmee je werkt: ik lever aan per pdf. Dan kan diegene daarmee zelf verder in zijn eigen tool.”
Het zit ‘m nog niet eens in de aanschaf van de software. “Vaak kun je wel mee op een licentie van de hoofdaannemer. Maar ook in de inrichting van al die softwareprogramma’s zitten weer allerlei variabelen – net hoe de aannemer het wil. In allerlei testprojecten merken we: de hobbel om met nog meer software te werken is best groot[3]. Daardoor zie je dat partijen de Wkb lastig vinden, vanwege die software. Hou het simpel, bij een pdf met een bepaalde output.”
[1] Home – Wkb-checklist.nl
[2] bnl-rapportage-softwaretoepassingen-wkb-v20.pdf (bouwendnederland.nl)
[3] Eerst de mens, dan de app (of gewoon Excel) • Aannemer (aannemervak.nl)
Dit artikel is onderdeel van het Trend Magazine ‘Wet kwaliteitsborging’ , waarin de Wkb wordt belicht vanuit het oogpunt van de leverancier.
Comments are closed.