Wie de wettekst over de Wet kwaliteitsborging induikt, komt daar de term leverancier niet tegen. In die zin heeft de Wkb voor leveranciers van producten geen directe gevolgen.
“Juridisch gezien is er natuurlijk altíjd een gevolg. Maar dat is nu ‘koop’ als de leverancier alleen materialen levert en ze niet ook in het werk verwerkt, en dat blijft zo”, zegt Ottilie Laan, advocaat bouw- en vastgoedrecht bij Bavelaar Advocaten. Zij verdiept zich al sinds jaar en dag in de Wkb en schrijft daar onder meer blogs over op haar website debouwadvocaat.nl. “De wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek gelden voor ‘aanneming van werk’. Meer specifiek ‘bouwwerken’.”
Directe gevolgen voor leveranciers die zelf de uitvoering oppakken
Let op: er zijn daarmee wél directe gevolgen voor leveranciers die zelf de uitvoering oppakken, of dat door hen ingehuurde ploegen laten doen. “Ga je zelf iets installeren of maken, dan ben je in feite onderaannemer. Dan verandert er wél veel, want dan val je juridisch gezien onder aanneming van werk. Die titel is straks uitgebreid en veranderd met die vijf artikelen in het Burgerlijk Wetboek.”
Hoe dit in de praktijk uitpakt is “lastige materie” en momenteel “voer voor juristen”, zegt Laan, die recentelijk een blog schreef over dit onderwerp. Zij verwacht dat aannemers rechten en plichten over en weer meer zullen gaan vastleggen in hun overeenkomsten. “De aannemer staat in voor zijn onderaannemers als hulppersoon en is aansprakelijk als het fout gaat. Dat zal hij wel willen verhalen op de onderaannemer.”
Laan verwacht meer belangstelling voor zogeheten back-to-back contracting. Dat wil zeggen dat afspraken die een hoofdaannemer maakt met zijn opdrachtgever zullen worden doorvertaald in overeenkomsten naar onderaannemers. Het kan voor leveranciers, kortom, geen kwaad om met de Wkb op komst goed te kijken naar afspraken en algemene voorwaarden.
Documentatie leveren
Terug naar de situatie waarin de toeleverancier alleen bouwmaterialen levert: zijn plicht houdt dan in feite op bij het leveren van de relevante documentatie – verwerkingsvoorschriften, garanties, certificaten en keurmerken. Bert Videler: “Dat zou ik leveranciers ook aanraden: geef gewoon standaard de juiste informatie door aan de eerstvolgende contactpersoon in de lijn.”
De bouwer heeft dan de benodigde informatie paraat, mocht hij die nodig hebben voor het dossier en/of de kwaliteitsborger erom vragen. En dat zal – afhankelijk van de project-specifieke risico’s – gebeuren. “Stel: er wordt een type isolatie gebruikt die nét op het randje zit, dan willen we daar wel een certificaat van zien”, zegt Erik Schot. “Of neem brandvertragend glas: als dat er wegens een Bbl-eis in hoort, willen we dit als kwaliteitsborger aangetoond hebben middels een certificaat. Je bouwt zo met elkaar de juiste documenten op om aan te tonen dat je voldoet aan de eisen.”
Zijn advies aan fabrikanten is hetzelfde: lever bij elke levering keurig je documentatie mee. Dat kan gewoon per pdf. “De ene aannemer stopt dat in een document management systeem, de ander print het uit en stopt het in een ordner. Het maakt niet uit hoe, maar hij moet het ergens bewaren. Dat is ook raadzaam voor later. We zijn daar in de bouw nog niet zo goed in. Als er een raam moet worden vervangen, gaan we kijken en ergens in het glas aflezen van welke fabrikant het kwam. Dat kan veel slimmer.”
Gebouwmodel
De stip op de horizon is hier het digitale gebouwmodel, waar alle productinformatie in zou kunnen staan. “Die ontwikkelingen zijn er”, zegt Schot. “Er zijn industriële bouwers – waar we momenteel aan het onderzoeken zijn hoe we kwaliteitsborging kunnen integreren in hun proces – die álles in één model hebben staan. Je klikt op een muur en ziet waar deze uit bestaat, welke materialen er zijn gebruikt, welke eisen er gelden, wie het controleert – de hele geschiedenis. Maar dit staat nog redelijk in de kinderschoenen; de bouw loopt hierin gewoon een beetje achter. Ik denk wel dat de Wkb gaat helpen bij het versnellen van dit soort digitaliseringsprocessen.”
Binnen digitaliseringsprogramma digiGo wordt gewerkt aan uniform uitwisselen van gegevens. Het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) maakt het in de toekomst gemakkelijker voor opdrachtgevers en -nemers in de bouw om informatie voor deze dossiers te verzamelen en te hergebruiken.
Keurmerken en certificeringen
Bouwproducten moeten wettelijk gezien een CE-keurmerk hebben. Daarmee verklaart de fabrikant dat zijn producten zijn getoetst aan alle toepasselijke EU-wetgevingen. Daarnaast kent de bouw veel certificatieregelingen waarmee kwaliteit van producten en processen wordt aangetoond, zoals KOMO .
De Wkb biedt de ruimte voor kwaliteitsborgers om op deze certificaten te ‘leunen’. De kwaliteit is immers al getoetst en via steekproeven worden de leveranciers van de producten ook blijvend gecontroleerd. Zonde dus om dat werk dubbel te doen.
De vraag is wel: zeggen de certificaten in kwestie iets over het Bbl? Dat is soms best een grijs gebied, zegt Videler. “Je moet kijken: is het attest afgegeven op een proces of product? En dekt dat de Bbl-aspecten? Vervolgens is de vraag of het product in de bouw in zijn juiste toepassing en volgens de juiste detaillering wordt gebruikt. Want als dat niet zo is, dan geldt het attest niet.” Je kan er – kortom – niet blind vanuit gaan dat een gecertificeerd product ‘Wkb-proof’ is, zegt de bouwkwaliteitcoach. “Er is altijd een mate van controle nodig.” Het is daarom straks aan de kwaliteitsborger om te beoordelen of een certificaat van toepassing is. Hij moet immers het ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ verkrijgen dat het bouwwerk als geheel voldoet aan de eisen.
Schot: “Dus: ja, certificaten helpen, maar het gaat om toegevoegde waarde. Ook geldt: één en één is niet twee. Je kunt een houten gevelelement maken met alléén maar gecertificeerde producten, maar het is dan in feite nog steeds los zand. Kwaliteitsborgers zullen dat als geheel beoordeeld willen zien.”
Procescertificaten gaan een meerwaarde krijgen, verwacht hij. “Omdat je dan als kwaliteitsborger weet dat er een gestructureerd proces wordt gevolgd. Je weet dat daar toezicht op zit. Los van de inhoud van dat toezicht, maar er zit structuur in, het is transparant en je kunt het altijd achterhalen.”
Structureel eigen kwaliteitscontroles doen en dat ook goed laten zien, kan een kwaliteitsborger óók voldoende vertrouwen geven, zegt Schot.
Voorbeelden waarbij kwaliteitsborgers duidelijk ‘leunen’ op certificaten? “Bijna elke w- en e-installatie wordt door een gecertificeerde installateur aangebracht. Daar letten wij als borger eigenlijk helemaal niet op. Brandwerende doorvoeren: idem. Deze worden negen van de tien keer door een gecertificeerd bedrijf uitgevoerd. Ook in dat geval vragen we gewoon de certificaten op.”
Dit artikel is onderdeel van het Trend Magazine ‘Wet kwaliteitsborging’ , waarin de Wkb wordt belicht vanuit het oogpunt van de leverancier.
Comments are closed.