Onzekerheid met betrekking tot regelgeving rondom investeringsbeslissingen over de integrale milieubelasting is lastig voor bedrijven volgens Niels Ruijter, directeur Nederlandse Vereniging Toeleverende Bouwmaterialenindustrie. Hij vertelt over de NMD-bepalingsmethode, de rol van het Transitieteam en handhaving van de regels.
‘Circulariteit is een groot thema voor mijn achterban, de ondernemers in de bouwmaterialenindustrie. Soms zijn het mkb-bedrijven, soms ondernemingen met hun hoofdkantoor in het buitenland. Elke dag maken ze investeringsbeslissingen, zowel voor de korte als de lange termijn. Ze begrijpen heel goed dat investeringen waarmee de integrale milieubelasting stukken lager wordt, op termijn steeds meer rendement opleveren.’
‘Wat het voor deze bedrijven wel lastig maakt, is de onzekerheid in de regelgeving op basis waarvan ze investeringsbeslissingen moeten nemen. Zo hangt er een CO2-emissieheffing boven de markt, die ondernemers voor de keuze stelt: ga ik nu mijn energieverbruik verduurzamen of zorg ik toch liever dat er eerst meer circulaire bouwmaterialen in het schap komen te liggen? Uiteindelijk zal je allebei moeten doen, maar wat krijgt voorrang?’
Dit interview verscheen eerder in het uitvoeringsprogramma. Dit programma is volledig gericht op 2023, het jaar waarin het ‘basiskamp’ op orde moet zijn. Het basiskamp bevat alle benodigde instrumenten, hulpmiddelen en voorwaarden om de volgende etappes van de route naar een circulaire bouweconomie te doorlopen.
‘Belangrijke voorwaarde is een heldere definitie van circulariteit. De NMD-bepalingsmethode is een goede eerste stap om eenduidigheid te krijgen in de regelgeving. Die wordt ook gebruikt in uitvragen van rijksoverheden. Helaas zijn er op het moment nog legio andere instrumenten die ook circulariteit in de naam hebben en net even anders zijn en niet worden aangewezen vanuit het bouwbesluit. Die arme gemeenten, provincies of andere uitvoeringsorganen zien door de bomen het bos niet meer. Hier ligt een taak voor het Transitieteam om samen met overheden te zorgen dat voor iedereen duidelijk is welke uitgangspunten we hanteren voor circulariteit in de bouwsector.’
‘Daarbij moet de overheid ook zorgen voor goede handhaving. De spontane naleving is misschien 50%, wat doe je dan met de andere 50%? Voor bedrijven kan investeren in circulariteit erg lastig worden als hun afnemer rekent met hun product maar het niet toepast en de gemeente niet handhaaft. Dat veroorzaakt concurrentievervalsing en stimuleert investeringen niet. Als je het peloton in beweging wilt krijgen, moet je zorgen voor heldere regelgeving met goed toezicht en handhaving daarop.’
bron: circulairebouweconomie.nl
Comments are closed.